Beroep
“Ik ga in beroep!”
Een beroep is de bezigheid waarop men zich beroept prat gaat wanneer de conversatie begint geïnfiltreerd te raken door en met neerbuigende opmerkingen over profiteurs werklozen. Een beroep wordt verondersteld financieel lonend te zijn, en wanneer dat in te geringe mate het geval is, op z'n minst moreel lonend. De beroepsbezigheden kunnen dus in twee grote categorieën ingedeeld worden, plus een tussencategorie, een officieuze categorie, en een categorie met "halve" beroepen.
Beroepen die zaad in het bakje brengen[bewerken]
De uitdrukking "zaad in het bakje brengen" typeert de hypocrisie van beroepsmensen die wél goed hun brood én het beleg erop verdienen, maar niet willen geboekstaafd staan als geldwolven. Zij vermijden ten allen tijden het gebruik van woorden als "geld", "munt", en "cent", en nemen hun toevlucht tot verbloemde uitdrukkingen, zoals
"Op rozen gaan." "Zijn schaapjes op het droge hebben." "Er warmpjes bij zitten."
Typische beroepen in deze categorie zijn verzekeringsmakelaar, bankier, maffioso en begrafenisondernemer.
Beroepen die geen geld in het laatje brengen[bewerken]
De uitdrukking "centen in het laatje brengen" typeert de verbittering van beroepsmensen die zich wél moreel boven hun medemensen verheven voelen, maar niet kunnen verstoppen dat ze liever wat meer aan hun bezigheid zouden overhouden. Zij gebruiken uitdrukkelijk uitdrukkingen waarin woorden als "geld", "munt" en "cent" voorkomen, en waaruit moet blijken dat geld hebben óók niet alles is. Enkele voorbeelden:
"Geld maakt niet gelukkig." "Op een halve cent doodblijven." "Munt uit iets slaan." "De duivel schijt altijd op een grote hoop"[1]
Typische beroepen in deze categorie zijn dichter, muzikant, vuilnisman en samoerai.
Beroepen die geld én moreel gezag opleveren[bewerken]
Deze tussencategorie is zó klein, dat weinig naslagwerken ze hoegenaamd vermelden, en ze dan meestal nog als "mythisch" bestempelen. Mocht lezer dezes al eens op voorbeelden van dergelijke beroepen gestuit zijn, dan mag hij of zij het lijstje hieronder aanvullen. Deze uitnodiging garandeert niet dat het bijgevoegde beroep ook in het lijstje blijft staan, want de beoefenaars ervan (van het beroep, niet van het lijstje) zijn niet gebrand op concurrentie, en willen hun kip met gouden eieren voor zich houden. Een goudmijn aan gegevens als de Oncyclopedia Neerlandica houden zij dan ook met argusogen in de gaten.
Beroepen die niet uitgeoefend worden[bewerken]
Er bestaat nog een categorie die eigenlijk niet bestaat, en daarom ook wel de "schaduwcategorie" of "zwarte categorie" genoemd wordt. In deze categorie komen beroepen voor die wel bestaan, erkend zijn, en trouwens alle in één der eerder genoemde categorieën voorkomen, maar waarvan de betrokken beroepsmensen even stellig als officieel verklaren dat ze het niet uitoefenen, maar een vriend "een handje toestaken, omdat ze daar toevallig op bezoek waren." Ook vinden we er beroepen in terug die (nog) niet officieel als beroep erkend worden, en een derde groep met beroepen waarvan de erkenning als beroep op de helling staat.
Beroepen waarvan het niet uitoefenen twijfelachtig is[bewerken]
Het zal niemand verbazen dat vooral beroepen die als grote broers van klusjes kunnen beschouwd worden, het grootste aandeel in deze categorie hebben: loodgieter, elektricien, dokdakwerker, tuinman, ober, garagist... Zelden, zéér zelden zal men hierin politiemannen, priesters, advocaten of rechters aantreffen, ook al omdat dezen slim genoeg zijn om aan alle lastige vragen te ontsnappen.
Beroepen waarvan het wél uitoefenen twijfelachtig is[bewerken]
Ondanks hard labeur door de betrokkenen, worden een aantal bezigheden nog altijd niet erkend als beroep. De redenen die meestal worden ingeroepen om activiteiten als slabakker, teefjeswentelaar, bergenverzetter, verlegenzitter, bokkenspringer, en heks niet als beroep te beschouwen, zijn steeds dezelfde: te weinig beoefenaars en/of een dubieus nut van het beroep.
Beroepen waarvan de status van beroep twijfelachtig is[bewerken]
Meer en meer beroepsuitoefenaars verheffen hun stem tegen de status van beroep die van oudsher toegekend wordt aan bezigheden zoals huisvrouw, huisman, rentenier, brandmelder, richtingaanwijzer en mollenvanger[2]. Ook worden beroepen als politicus en bruggepensioneerde minder en minder serieus genomen.
Bijberoepen[bewerken]
Mensen wiens beroep hen op financieel en/of moreel vlak niet bevredigt, nemen er vaak een tweede beroep bij. Dit bijberoep is niet zelden een bezigheid die op moreel en/of financieel vlak te wensen over laat, en dus het hoofdberoep mooi aanvult. Beide beroepen horen dus tot éénzelfde categorie, waarin men specimen aantreft als ruitenwisser, fietsinrijder, tafelonderzetter en achtergrondmuzikant.
Zie ook[bewerken]
Beroepen, stielen, ambachten en andere verdachte bezigheden | |
Acteur ·
Analoog ·
Bankhanger ·
Boswachter ·
Brandweerman ·
Butler ·
Cardioloog ·
Cartoonist ·
Conducteur ·
Dialoog ·
Dictator |
Aan de schandpaal genageld! | Vastgenagelde versie: 6 juli 2015 |
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.
|
Notenbalk[bewerken]
- ↑ Deze uitdrukking is minder populair in kringen van minverdieners, niet omdat ze grof zou zijn, maar omdat er nóch het woord "geld", nóch het woord "munt", nóch het woord "cent" in voorkomt. "Grofheid is bij marginalen nooit een euvel of een drempel geweest", zo wordt in kringen van welstellenden vaak beweerd.
- ↑ De status van rattenvanger daarentegen loopt geen gevaar, en dat is te danken aan de faam van die van Hameln.