Bhutan

Uit Oncyclopedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Bhutan
BhutanVlag.JPG
BhutanWapen.JPG
Vlag van Bhutan
Wapen van Bhutan
Ligging van Bhutan
Ligging van Bhutan
Basisgegevens
Talen Bhutaans, nauw verwant met Oud-Minoïsch
Hoofdstad Prhopan
Regeringsvorm Despotisme
Religie Veelgodendom
Inwoners 547.890
Staatshoofd Minos Sempiternam
Overige
Volkslied Wyle zynde manne datte gaas doen branne
Motto Wyle zynde manne datte gaas doen branne
Munteenheid Buthandollar (BUD)
Nationale feestdag 24 juni (dag van de ontploffing van Santorini)
Traditioneel eten Stierenstaartsoep
Portaal  Portaalicoon Land

Bhutan is een gasbel die geklemd ligt tussen Tibet en India, en door beide landen angstvallig in het oog wordt gehouden. Bovenop de gasbel ligt een laag rotsachtige grond van ongeveer vijftien meter, en de bewoners mogen niet dieper dan anderhalve meter graven, uit angst voor het lek prikken van de bel. Het is er ook ten strengste verboden te roken, een veiligheidsmaatregel die sinds 1645, het jaar dat er voor het eerst tabak in Bhutan werd binnengebracht, van kracht is. Datzelfde jaar werd ook het oude wapen van Bhutan vervangen door een pictogram dat dat rookverbod voorstelde, en nóg voorstelt. Het zou tot de XXste eeuw duren eer andere landen het logo overnamen.

Oude cultuur: Minoïsche beschaving[bewerken]

Bhutan is het enige nog actieve voorbeeld van de millennia oude Minoïsche beschaving. Toen op 24 juni 1612 vóór C. het Minoïsche gasbeleiland Santorini (Griekenland) ontplofte, kon een handjevol bewoners ontkomen naar het vasteland. Aangezien ze nergens welkom waren[1], bleven ze rondtrekken, tot ze zich konden vestigen op een andere gasbel, waar, om evidente redenen, niemand anders wou wonen.

Cultuur onveranderd voortgezet[bewerken]

De door archeologen zo bekritiseerde reconstructie die Arthur John Evans begin XXste eeuw op een gedeelte van het Knossoscomplex (Kreta) uitvoerde, is volledig gebaseerd op wat nu nog steeds in Bhutan te zien is. Evans had van 1895 tot 1898 in India, Tibet en Buthan rondgereisd, en hij was erg onder de indruk van het Bhutaanse patrimonium. Dit kleurrijke patrimonium gaf hem vooral nieuwe inzichten in de opgravingen die hij al van in 1878 in Knossos aan het leiden was, en inspireerde hem tot wederopbouw, kleuren inbegrepen, maar de wereld der archeologie heeft het verband met Bhutan altijd in twijfel getrokken. De massa's toeristen vinden het paleis in zijn huidige toestand, met die vrolijke kleurtjes, in ieder geval best leuk, en de boel weer ontkleuren en afbreken zou op veel weerstand stuiten van de op toerisme gerichte lokale handelaars.

Godsdienst[bewerken]

Een beeld van Boa in haar meest beroemde tempel in Phropan.

De Bhutanen belijden nog altijd het veelgodendom van hun voorouders, met "Boa", de beroemde "slangengodin", waarvan ook een beeldje werd teruggevonden in Knossos, als oppergodin. Het overgrote gedeelte van hun goden heeft een dier als attribuut, zoals "Cheeta", de "chimpanseegod", "Kong", de "gorillagod", en "Mammot", de "olifantgod". De tempels waarin deze goden worden vereerd zijn qua stijl te vergelijken met het door Evans gereconstrueerde paleis in Knossos. Omdat de goden verondersteld worden hun woonplaats op heuvel- en bergtoppen te hebben, is het in Bhutan wettelijk verboden om aan bergbeklimmen te doen, tot grote ergernis van bergbeklimmers die een oogje hebben op de beklimming van zowel de Gangkhar Puensum (7570 meter) als de Kula Kangri (7553 meter), respectievelijk de hoogste en de op één na hoogste onbeklommen berg ter wereld.

Nationale hymne[bewerken]

In tegenstelling tot de meeste andere landen, heeft het Bhutaans volkslied geen melodie, maar alleen een ritme. Dit zou erop wijzen dat de Minoïsche cultuur evenmin het melodische aspect van muziek beheerste. De tekst gaat als volgt:

Wyle zynde manne datte gaas doen branne
Klinke repa rere ende vrouwe ambe tere
Wyle zynde manne datte gaas doen branne
Stiere massa krere ende staarte opsoepere

Nieuwe cultuur: Bhutaanse beschaving[bewerken]

Het wapen van Bhutan vóór 1645 (boven), en sinds dat jaar (onder).

Bhutan staat bekend om het promoten van moderne cultuurvormen, maar enkel en altijd in een zodanig formaat, dat er geen (of zo weinig mogelijk) buitenlanders voet op Bhutaanse bodem hoeven te zetten, om veiligheidsredenen. Die gasbel, natuurlijk: één vlammetje volstaat om een tweede Santorini te laten ontstaan. Er werd en wordt nog altijd geopteerd voor cultuuruitingen waarvoor lijfelijke aanwezigheid niet noodzakelijk is: het meeste gedachtegoed kan op één of andere manier verstuurd worden naar geïnteresseerden, en anders een weergave ervan.

Poëziefestival[bewerken]

In 1256 vóór onze jaartelling werd voor de eerste keer het "Bhutaans Poëziefestival" georganiseerd, waarbij poëten over de hele wereld[2] uitgenodigd om gedichten naar Bhutan te sturen. Dichters als Homerus, Heinrich Heine, André Breton en Al-Aïn Ben Oït werden zo ontdekt.

Wereldmuziektreffen[bewerken]

Omdat de Bhutanen tijdens hun odyssee van Santorini naar Bhutan kennis hadden gemaakt met muziek die meer bevatte dan alleen ritme, vonden zij het al vroeg belangrijk dat hieraan aandacht werd besteed, en dat muziek van andere volkeren een plaats moest krijgen naast de melodie- en harmonieloze eigen muziek, of toch een paar dagen per jaar. Alle zichzelf respecterende volksmuziek- en ook volksdansgroepen hebben dan ook minstens één keer in hun bestaan deelgenomen aan het "Bhutaans Wereldmuziektreffen". Vóór de uitvinding van grammofoon moest echter een uitzondering worden gemaakt op de eerder vermelde veiligheidsreden, wat ook de omvang van het treffen sterk beperkte: er werden jaarlijks niet meer dan vijf groepen van maximum tien uitvoerders elk toegelaten. Dit weerhield de organisatoren er niet van om jaar na jaar, eeuw na eeuw, millennium na millennium wereldmuziek van hoge kwaliteit te presenteren.

Eerstesteenlegging[bewerken]

Zowat elke burgemeester, minister of staatshoofd legt in zijn carrière wel eens een eerste steen, meestal van een openbaar gebouw. Die term "eerste steen" is echter niet letterlijk te nemen, omdat sinds de organisatie van de eerste "Bhutaanse Eerstesteenlegging", in juni van het jaar 104 na C., de eigenlijke eerste steen van zowat elke locatie in beschaafd gebied naar Bhutan gestuurd wordt, en wel in de maand voorafgaand aan de 24ste juni van het jaar van de eerstesteenlegging in kwestie. Op de Bhutaanse nationale feestdag worden dan deze stenen toegevoegd aan de Bhutaanse bodem, om aldus bij te dragen tot het op niveau houden van de Bhutaanse bodem (zie verder). Steenopstuurders krijgen per steen en per kerende post dan een gratis fles Butagas (zie eveneens even verder) toegezonden.

Economie[bewerken]

In Bhutan wordt op welgeteld één streng bewaakte plek, even buiten de hoofdstad Prhopan, met mondjesmaat gas gewonnen uit de bel, en dat Buthangas wordt in handige metalen "flessen" op de markt gebracht onder de naam "Butagas". Het is vooral populair als "campinggas". In tegenstelling tot de omringende landen is buitenlands toerisme er volstrekt uit den boze, en wel om veiligheidsredenen. De voorzichtige maar sinds 1597 vóór C. onafgebroken gaswinning heeft er wel voor gezorgd dat Buthan, of de vijftien meter dikke aardkorst die de gasbel bedekt, nu een stuk lager ligt dan pakweg 3500 jaar geleden. Dit zakken is, na de veiligheid, de voornaamste reden om zuinig om te gaan met de gasbel.

Politiek[bewerken]

De Bhutaanse politiek leert ons veel over de politiek van de Minoïsche beschaving, tenzij we geen geloof hechten aan het historische verband tussen beiden. Over Bhutan heerst een despoot, die per testament zijn opvolger aanduidt. Deze kan uit zijn eigen familie komen, uit zijn vriendenkring, of, indien hij zijn omgeving "een neus wil zetten", uit zijn vijandenkring.

Traditie[bewerken]

In al die millennia zijn alle drie de gevallen vrij evenredig verdeeld voorgekomen, en er is nog niemand in geslaagd om dit systeem te veranderen. Ter plaatse beweert elke Bhutaan dat niemand dit systeem wil veranderen, en buiten Bhutan zijn er geen Bhutanen, de flessen Butagas niet meegerekend. Er bestaat zelfs nergens een Bhutaanse ambassade: deze functie besteden zij uit aan de meestbiedende ambassade van eender welk ander land, Griekenland uitgezonderd[3].

Partijpolitiek[bewerken]

In Bhutan zijn er ook geen politieke partijen: het land is verdeeld in 20 provincies, die met het oud-Minoïsche woord "Dzongkhag" worden aangeduid, en de despoot duidt voor elke provincie een gouverneur aan. Deze komt hem dan vertellen waar en waarover klachten gehoord zijn, en keert dan huiswaarts met de gepaste straf voor de klager. Er wordt weinig geklaagd in Bhutan. Wanneer aan een Bhutaan gevraagd wordt hoe het leven is in Bhutan, antwoordt deze gegarandeerd: "We mogen niet klagen. We willen wel, maar we mogen niet." Dit is natuurlijk een boutade: de Bhutanen mogen best klagen, maar dan moeten ze wel, zoals een lokaal gezegde luidt, "nemen wat erbij staat", en dat is niet altijd de doodstraf.

 
Azië

Afghanistan · Armenië · Azerbeidzjan · Assadië · Bahrein · Bangladesh · Bhutan · Brunei · Cambodja · China · Cyprus · Egypte · Filipijnen · Gazastrook · Georgië · Indië
Indonesië · Irak · Iran · Israël · Japan · Japan-Frankrijk · Jemen · Jordanië · Kazachstan · Kha-Boem · Khyonesia · Kirgizië · Koerdistan · Koeweit · Goed-Korea · Slecht-Korea · Laos
Libanon · Maldiven · Maleisië · Mongolië · Myanmar · Nepal · Oezbekistan · Oman · Oost-Timor · Pakistan · Palestina · Perzië · Qatar · Rusland · Saoedi-Arabië · Siberië
Singapore · Sri Lanka · Syrië · Tzatzikistan · Taiwan · Thailand · Toeva · Turkije · Turkmenistan · Verenigde Arabische Emiraten · Vietnam · Verweggistan


Potatohead aqua.png
Aan de schandpaal genageld!
Vastgenagelde versie:
7 september 2015
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.


Notenbalk[bewerken]

  1. Ze werden verantwoordelijk gesteld voor de ontploffing, die ze zouden veroorzaakt hebben door een vuurtje te stoken nabij een met het gas verbonden rotsspleet.
  2. Dat waren er toen uiteraard een pak minder dan nu.
  3. Een keuze die nooit verantwoord werd, maar hoogstwaarschijnlijk met Santorini te maken heeft, al is zelfs dán het verband niet geheel duidelijk. De ontoereikende financiële middelen van dit land zouden eveneens een rol kunnen spelen.