April
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
mrt - april - mei | ||||||
<< | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 |
14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 |
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 |
28 | 29 | 30 | >> |
April (ook wel: hasjmaand, paasmand, rotte eierenmaand) is de vierde maand van het jaar in de Sophiaanse kalender, en heeft 5 letters. De naam komt van het Latijnse woord aperitivum hetgeen voorafje betekent.
Trivia[bewerken]
- Oudnederlandse/puristische naam: Batsmaand, kliermaand of paashazemaand
- Romeinse naam: Aprilis
- Joodse naam: Wiedaar
- De dierenriemtekens van april zijn de Wasdroger en de Waterpas.
Weerspreuken[bewerken]
Bij deze maand horen de volgende weerspreuken:
- April doet wat ik wil.
- April veel regen, iedereen doorgelegen.
- April koud en mei warm, geen hoer wordt er arm.
- Aprilletje zoet heeft ook nog wel eens groen uitgeslagen kopergoed.
- Sneeuwt april nog op onze hoed, is voor duivel en zijn malle moer wel goed.
- Verschaft april mooie dagen, dan pleegt de mei de last te dragen.
- April koud en nat, veeg af je gat.
- De vrouwen en de aprillen, kunnen beiden hard gillen.
- De heren in de aprillen, slikken hele rare pillen.
- Wil je buurman niet vertrouwen, hij is en blijft de ouwe. Nu lacht hij vals met zonnegloren en dan vliegt de hagel weer om je oren.
De maand april in de geschiedenis
1 april Dag van de goede moppen
|
2 april
|
3 april
|
4 april
|
5 april
|
6 april
|
7 april
|
8 april
|
9 april
|
10 april
|
11 april
|
12 april
|
13 april
|
14 april
|
15 april
|
16 april
|
17 april
|
18 april
|
19 april
|
20 april
|
21 april
|
22 april
|
23 april
|
24 april
|
25 april
|
26 april
|
27 april
|
28 april
|
29 april
|
30 april
|
Maanden | |||
---|---|---|---|
januari - februari - maart - april - mei - juni - juli - augustus - september - oktober - november - december |