Etymoloog
Een etymoloog is een taalmaniak die de slaap niet kan vatten indien er een woord door zijn hoofd spookt waarvan hij de herkomst niet kent, te meer daar het gaat om een woord uit een taal die hij kent, doorgaans zijn moedertaal. Wie de slaap niet kan vatten omdat hij de herkomst niet kent van een woord uit een taal die hij niet kent, hoort thuis in een psychiatrische inrichting, wat het tegelijkertijd zijn van een etymoloog niet uitsluit, want cumulatie is op dit terrein bijzonder alledaags.
Etymologie[bewerken]
Omdat het zoogdier dat wij "etymoloog" noemen interessanter is dan de afwijking die ermee geassocieerd wordt, zal er aan het begrip"etymologie" zelf in dit artikel weinig aandacht worden besteed, ook al omdat de etymologie van het woord "etymologie" op etymologen een desastreus Droste-effect heeft. Dit verschijnsel is het levenswerk van de beruchte Haarlemse nepetymoloog (zie verder) Jean-Gérard Droste, die het gerucht rondstrooide als zou het woord "etymologie" afstammen van "etymologie", West -Nederfrankisch voor "woordafkomst", op zijn beurt afstammend van "etymologie", Middel-Baskisch voor "woordafkomst", op zijn beurt afstammend van "etymologie", Hoog-Arabisch voor "woordafkomst", op zijn beurt afstammend van "etymologie", Laat-Etruskisch voor "woordafkomst", op zijn beurt afstammend van "etymologie", Vroeg-Keltisch voor "woordafkomst", op zijn beurt afstammend van "etymologie", Opper-Voltisch voor "woordafkomst", op zijn beurt afstammend van "etymologie", Proto-Congolees voor "woordafkomst",
Soorten etymologen[bewerken]
Het Charter van Charleroi-Sud [1]deelt de etymologen in drie categorieën in, ten behoeve van al wie een meer dan gewone belangstelling toont voor deze menselijke eigenaardigheid. Exemplaren van dit charter worden vooral aangetroffen in bibliotheken van psychiaters, bij wie de etymologen met hun slaaptekort uiteindelijk allemaal terecht komen.
Volksetymoloog[bewerken]
De meest voorkomende en minst van nachtrust gespeende etymoloog is de volksetymoloog. Deze ligt niet of niet lang wakker van de herkomst van een woord, omdat hij er snel een eigen verklaring voor vindt, doorgaans gebaseerd op voor de hand liggende gelijkenissen met woorden die hij wel kent. Een mooi voorbeeld van volksetymologie is de verklaring van de herkomst van het woord "kattebelletje". Omdat het om een korte, geschreven mededeling gaat, opperde omstreeks 1860 een duidelijk meertalige Amsterdammer dat het om de verbastering van "carte belle" ofte "mooi kaartje" ging. XIXde-eeuwse kattebelletjes waren inderdaad uitvoerig versierd, wat de verwarring verklaart. De échte verklaring vinden we bij de rasetymoloog.
Rasetymoloog[bewerken]
De rasetymoloog, die zichzelf ook graag het etiket "expert" opkleeft, vervangt zijn nachtrust door het graven in documenten, en het vergelijken van woorden uit verschillende talen, liefst zeer oude talen. De rasetymoloog beschikt over een indrukwekkend netwerk, waarin zowel Indische Sanskrietspecialisten als Bretoense sagenvertellers voorkomen. Een mooi voorbeeld van rasetymologie vinden we bij de Gentse schoenmaker Louis-Edouard Anseele, vader van de beroemde politicus, die in 1862, na uitgebreid onderzoek en een reis naar Egypte op het spoor was gekomen van een zeer oude traditie om zeer korte boodschappen, van maximaal 140 tekens, te versturen met behulp van een kat, die bovendien een bel aangebonden kreeg, zodat haar passage kon worden aangekondigd, en niemand de snelheid van de zending zou belemmeren. In de XIXde eeuw had de komst van de elektrische telegraaf in 1837 dit systeem verdrongen, al zou de beperking tot 140 tekens (middels een forse tariefverhoging voor wie meer wilde versturen) nog lang in voege blijven. Anseele slaagde er echter niet in om de volksetymologische variant voor de verklaring van de herkomst van het woord "kattebelletje" uit te roeien.
Nepetymoloog[bewerken]
Nepetymologen schotelen aan beginnende rasetymologen en niet zo nauw kijkende volksetymologen woordstambomen voor die totaal uit de lucht gegrepen zijn, en enkel bedoeld zijn om de onvoorzichtige geïnteresseerde belachelijk te maken wanneer deze de pas opgedane kennis in bredere kring openbaart. Een mooi voorbeeld van nepetymologie is het geval van een Brusselse grapjas, die omstreeks 1861 erachter kwam dat de volksetymologische verklaring voor het woord "kattebelletje" al té sterk verankerd was om er zelf nog iets anders van te maken, en daarom probeerde de Nederlandstalige mensheid wijs te maken dat het toen populaire, maar nu enigszins vergeten woord voor café, "estaminet", afstamde van de XVIde-eeuws Spaanse uitdrukking "esta minetta". Deze zou aangegeven hebben hoe Spaanse soldaten te kennen gaven dat in één of ander café de dienst werd verzorgd door "dat mooi poesje". Zijn uitleg had hier geen succes, maar wél in Wallonië, waar zelfs de meest hardnekkige rasetymologen de bevolking nooit hebben kunnen overtuigen van de verwantschap van het woord met de Germaanse stam "stamm", die we terugvinden in "Stammtisch" en "stamcafé". Deze zou verwezen hebben naar de boomstammen waarmee de Germanen de zolderingen van hun immense gelagzalen ondersteunden.
Beroemde etymologen[bewerken]
De titel van deze paragraaf ten spijt, bestaan er geen etymologen die beroemd zijn omwille van hun etymologische bezigheid, doch enkel beroemde vorsers die etymologie als hobby bedrijven. Deze houding spruit voort aan de scheefheid waarmee iemand die echt wil weten waar een woord vandaan komt, wordt bekeken.
- Johannes Goropius Becanus - XVIde-eeuws arts en volksetymoloog, die in zijn Origines Antwerpianae (De oorsprong van Antwerpen meende aan te tonen dat het Antwerps de oudste taal van de wereld was. Zo verklaarde hij "Adam" als zijnde afkomstig van "haatdam", "dam tegen de haat van de slang", en aangezien de allereerste mens een uit het Antwerps afkomstige naam had, moest hij die taal ook zelf gesproken hebben. Dit verhaal bracht hem veel succes in de Antwerpse kroegen, en leverde hem de post van lijfarts van Karel V op.
- Professor W. Druyff - multipolypluriwetenschapper, die de rasetymologie als vrijetijdsbesteding bedrijft, bevindt zich momenteel in Syrië om de oorsprong van het woord "schaap" te achterhalen, en is, voor zover bekend, niet zinnens om zijn bevindingen te publiceren, omdat, behalve andere etymologen, niemand zich hiervoor interesseert, en de Syriërs nog het minst van al.
- Jean-Gérard Droste - XIXde-eeuws chocoladehandelaar en nepetymoloog uit Haarlem, die in 1898 de wereld der etymologie overhoop zette met zijn verklaring voor de herkomst van het woord "etymologie" (zie boven), aldus het begrip "Droste-effect" genererend. Hij maakte er een punt van om trimestrieel een nepetymologie uit zijn hoge hoed te toveren, een bezigheid die hij volhield tot aan zijn dood in 1934.
Alle ologen en alogen op een rijtje | |||
---|---|---|---|
Archeoloog · Analoog · Antropoloog · Astroloog · Bioloog · Cardioloog · Deskundigoloog · Dialoog · Etymoloog · Musicoloog · Paleontoloog · Pinokkio loog · Psycholoog · Ufoloog |
Aan de schandpaal genageld! | Vastgenagelde versie: 27 december 2015 |
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.
|
Notenbalk[bewerken]
- ↑ Zo genoemd omdat een tiental vooraanstaande etymologen en evenveel even vooraanstaande psychiaters in 1967 in de kantine van dat treinstation een bijeenkomst hadden belegd om eindelijk eens klaarheid in die nevelen te scheppen. De twee etymologen en zes psychiaters die uiteindelijk kwamen opdagen stelden de intussen klassiek geworden tekst op.