Latijn

“Nemo Latinam Loquitur.”
“Wat betekent dat?”
“QED.”
Latijn is een dode taal, wat betekent dat niemand die leeft het spreekt. Alleen zombies en doden, zoals leraren en de paus, spreken het dus nog.
Toen[bewerken]
Vroeger was het een vrij belangrijke taal, die werd gesproken door vrouwonvriendelijke, vechtende heidenen (ook gekend als Romeinen), ook werd de taal gesproken door Latijnen. Deze mensen leefden vrij lang geleden, en zijn dus allemaal dood, en met hen de taal. Niemand besteedde er nog aandacht aan, omdat nu de uit vrouwonvriendelijke, vechtende heidenen bestaande wereldbevolking getransformeerd was in een bende corrupte, pestverspreidende christenen die wel iets beters te doen hadden dan verhalen te lezen over mensen die onuitspreekbare namen hebben en niet-bestaande goden bedriegen. Alle verhalen waren nu tot vergetelheid gedoemd.
Erna[bewerken]

Gelukkig werd, toen de corrupte, pestverspreidende christenen door de pest waren uitgeroeid, het Latijn herontdekt. Door andere christenen, welteverstaan. Zij hadden een nieuwe taal nodig om hun geloof mee te verwoorden, angstig als ze waren om begrijpelijke taal te gebruiken. Door het in een gewone boerentaal te verkondigen, zou er een deel van de magie en misschien ook een deel van de volgelingen verdwijnen. Een andere reden was stiekem ook om de armen op een armlengte afstand van het interpreteren van het geloof te houden. Dat zou natuurlijk tot opstand leiden, of misschien nog erger: een eigen mening. Sindsdien werd het Latijn als standaard gebruikt voor de kerkdiensten, en mochten mensen alleen nog in het Latijn bidden. De methode om de boodschap te verhullen in bedwelmende woorden in Latijn heeft niet lang gewerkt tegen opstandelingen- enkele jaren later stak het Lutherse geloof de kop op, en kort daarna het protestantse geloof: heidense mensen die liepen te bazelen over een band met God, en zeiden dat ze geen bisschoppen of pausen meer nodig hadden. Het hoeft niet vermeld te worden dat de bisschoppen en pausen daar zelf niet blij mee waren. Mensen die die heidense opvattingen openlijk verkondigden hadden dan ook niet een enorm lange levensverwachting, of veel kans op een baan.
Nu[bewerken]
Nu is het Latijn, en mét het Latijn het hele idee van een geloof, een beetje uit de mode geraakt. Het wordt niet meer gesproken, behalve door de eerder vermelde zombies in het Vaticaan, omdat de meeste mensen zijn vergeten hoe het uitgesproken moet worden. De Romeinen hadden immers geen opnameapparatuur (terwijl ze wél constant over audio en video aan het zeveren waren) en jongeren waren er niet erg meer in geïnteresseerd. Gelukkig was er toen een slim persoon, die het Griekse woord "Gymnasium", wat "plaats om naakt te zijn" betekent, weer in de mode wilde brengen. Zijn voorstel was om deze naam aan een schooltype te geven, waar dan Oud-Grieks en Latijn gegeven moest worden. Pubers, aangetrokken door het woord naakt, bestormden het schooltype. Het enthousiasme is wel deels gedaald sinds bekend werd dat mensen gewoon hun kleding moesten aanhouden daar, maar er is nog steeds een kleine 6%[1] die ieder jaar afstudeert in Grieks of Latijn.
Deze met naakt geobsedeerde pubers zijn geneigd een superioriteitsgevoel aan te nemen vanwege hun schooltype, waardoor hun ego zo groot wordt, dat ze Forum voor Democratie oprichten en vervolgens volledig in het Latijn een speech voor de tweede kamer geven.
Het Latijn zelf[bewerken]
Het Latijn is, vergeleken met onze eigen boerentalen, een vrij eigenaardig fenomeen. De Romeinen hadden nogal vreemde opvattingen over de laatste letters van een woord, die meestal wegvielen omdat de steenbeitel bot was, de beitelaar van de steen er geen zin meer in had, of omdat de steen gewoon niet breed genoeg was. Toen de Romeinen perkament en inkt gingen gebruiken ging het al niet veel beter, omdat de kwaliteit inkt en perkament zó slecht was, dat de inkt snel uitlekte of het perkament scheurde. Gelukkig kwam er iemand met het idee om perkament te maken van dierenhuiden in plaats van boombast of slavenrug, en zand over de inkt te strooien om het sneller te laten opdrogen. Door deze inventieve uitvinding konden woorden voortaan helemaal afgemaakt worden. Jammer genoeg was de spelling van het Latijn toen al vastgelegd, en de regering was, in tegenstelling tot de rode, groene, witte en oranje-boekjesuitgevende regering van nu, niet van plan om alle grammatica weer om te gooien. Daarom werden er door willekeurige klerken gewoon maar wat letters achter geplakt. Deze klerken waren echter geen ster in samenwerken, en deden het dus allemaal anders. De regering sloeg zichzelf voor de kop dat ze ooit een democratie waren geworden, toen er honderden protesterende mannen voor het regeringsgebouw stonden. Kort daarna moest een van de leden van de regering, lichtelijk onder druk gezet door een mes op zijn keel, snel een goede verklaring verzinnen.
Grammatica[bewerken]
De verschillende uitgangen van een woord stonden voor de verschillende naamvallen van datzelfde woord, legde hij vrij overtuigend uit. Dus een aparte letter of groep letters voor onderwerp, genitief, meewerkend voorwerp, lijdend voorwerp en een ander soort meewerkend voorwerp, dat nét iets anders betekende. Ook, haastte hij zich te zeggen, aangezien hij voelde dat hij op het punt stond van een lijdend voorwerp een vrij dood voorwerp te worden, had je een verschil tussen mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden. Alle andere creatieve uitgangen die de klerken in een dronken bui hadden neergekwakt konden gewijd worden aan het feit dat er ook onregelmatige woorden bestonden. Een overzicht dat deze man nog die avond op deur van zijn huis prikte, met voorbeeldwoorden voor elk geslacht, om de woedende menigte te kalmeren:
Geslacht | Man | Vrouw | Ding |
Onderwerp | Dominus | Rosa | Bellum |
Genitief | Domini | Rosam | Bellus |
Meewerkend voorwerp | Domino | Rosok | Bello |
Lijdend voorwerp | Domineu | Rosoe | Belletje |
A.S.M.V | Domineu | Rossel | Bellissimo |
En ook een in het meervoud van die woorden:
Geslacht | Man | Vrouw | Ding |
Onderwerp | Domini | Rosae | Belloem |
Genitief | Dominorum | Rosaram | Bellumaram |
Meewerkend voorwerp | Dominevel | Rospok | Bellis |
Lijdend voorwerp | Dominum | Rosealoea | Bellon |
A.S.M.V | Dominis | Rosin | Bellis |
Dan is er nog het rijtje van 'flamingo':
Naamval (ofzo | Man, vrouw en ding enkelvoud | Man, vrouw en ding meervoud |
---|---|---|
Onderwerp | Flamingo | Flamingo's |
Genitief | Flamingus | Flamingpingwing |
Meewerkend voorwerp | Flamingibus | Flamingum |
Lijdend voorwerp | Flamingibanaan | Flamingvogelbekdier |
A.S.M.V | Flamingappel | Flamingkameel |
Dit werd gelukkig geaccepteerd door de mensen, en het werd al snel gebruikt door iedereen. Daarbij werden er in het Latijn vrij weinig persoonlijke voornaamwoorden als ik, jij, wij gebruikt, afgestompt als ze waren door het vele oorlogvoeren, met bevelhebbers die "Loop!" riepen, en nauwelijks ik of jij gebruikten. Deze woorden raakten dus uit de mode, en werden niet meer gebruikt. Het zat voortaan in het werkwoord, tenzij mensen extra aandacht wilden vestigen op de persoon die het deed.
“Jij kust mijn vrouw!”
of
“Ik maak je dood!”
bijvoorbeeld.
Gelukkig zijn al deze regeltjes er, anders zouden mensen op het Gymnasium nu zich toch alleen maar vervelen. Nu kunnen ze zich vermaken met het leren van rijtjes uitgangen, ooit bedacht door een zatte pennenlikker.
Zie ook[bewerken]
Notenbalk[bewerken]
- ↑ Aangezien er volgens het Nationaal Instituut voor Statistiek met 73,6% van de statistieken geknoeid wordt, moet ook dit cijfer met een korrel zout genomen worden.
Aan de schandpaal genageld! | Vastgenagelde versie: 23 feb 2009 |
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.
|
Reeks van Internationale Talen en Spraakgebrekken | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|