Oscar Wilde

Uit Oncyclopedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
OscarOscar.GIF

Deze autobiografie is de enige geautoriseerde.
~ Oscar Wilde postuum over dit artikel.

Oscar Emmanuel Petersz., bijgenaamd "Wilde Oscar" (Antwerpen,15 augustus 1825 - Brussel, 8 juni 2023), was de enige jazzpianist die nét geen Nobelprijs voor de Literatuur kreeg, en de enige schrijver die nét geen "Grammy Award for Best Jazz Instrumental Solo" won. Ook was hij meer dan dertig jaar actief als filmacteur.

Geboorte en volwassenheid[bewerken]

Verwekt door een Nederlandse vader en geboren uit een Ierse moeder, was Oscar meteen voorpaginanieuws: hij mat

...één meter drieëntachtig, had al zijn tanden, en lang golvend haar.
Nauwelijks uit de moederschoot, die hij in een superieure stilte verlaten had,
nam hij een douche, parfumeerde zich en hulde zich in een felgroene zijden badjas.
Pas dán liet hij zijn stem aan de wereld horen, en wel met de gevleugelde woorden:

"Ik denk dat ik ben. Gelukkige aarde."

Men vermoedt dat dit relaas niet helemaal accuraat is, en dat de felgroene zijden badjas eerder de werkkledij van een personeelslid van de kraamkliniek zal geweest zijn. Wél helpt het verklaren waarom men Oscar vaak hoorde klagen dat hij geen jeugd had gehad. In ieder geval duurde de revalidatie van de moeder twee en een half jaar. Toen zij in het voorjaar van 1828 voor het eerst buiten mocht, kroop zij op een laddertje om een gevleugelde uitspraak van haar zoon te bevrijden uit de boom waarin zij gefladderd was, viel eraf en brak haar nek. De eerste decennia van zijn veelbesproken leven bracht Oscar voornamelijk door met het onstuimig en onophoudelijk spuien van boutades, aforismen, puntdichten en andere OnZinnen. Dit vrij arrogante gedrag[1] bezorgde hem de bijnaam "Wilde Oscar". Zijn gezegdes lieten in hem een briljante geest vermoeden, maar hij was 49 toen hij de lagere school verliet met een diploma. Hij vertikte het om te leren wat de onderwijzers hem opdroegen, leerde pas zeer laat schrijven, en nóg later lezen, maar voelde zich in die lagere scholen (hij bezocht er zesentachtig in totaal) zó goed op zijn gemak, dat hij geen haast maakte om zijn studie af te ronden. Naarmate zijn leeftijd vorderde, kreeg hij het alsmaar moeilijker om als leerling toegelaten te worden in een lagere school, hoewel hij er bijzonder lang jong bleef uitzien. Op de duur veranderde hij tot vijf keer per jaar van school, totdat hij alle lagere scholen van Vlaanderen van binnen en van buiten kende. Ten einde raad dreigde hij ermee zich tot het Waalse scholennet te richten (van een wanhoopsdaad gesproken!), en toen, precies op zijn 49ste verjaardag, reikte de gemeenteschool van Zevergem hem zijn lagere-schooldiploma uit, om van hem verlost te zijn.

Ik kwam, ik zag, en ontwrichtte het onderwijssysteem van binnenuit.
~ Oscar Wilde over zijn lange schooltijd.

Artistieke laatbloeier[bewerken]

Hij leerde pianospelen op een klavier dat hij voor zijn achttiende verjaardag cadeau kreeg, schrijven met een pen die hij ter gelegenheid van zijn tweeëndertig lentes mocht ontvangen, en lezen in een boek dat tussen de huwelijksgeschenken zat. Hij was laat getrouwd: éénmaal de veertig voorbij had niemand nog verwacht dat hij ooit "van straat zou geraken".

Artiestennaam[bewerken]

Kort na het ontvangen van zijn lagere-schooldiploma werd het de vijftigjarige Oscar duidelijk welk beroep hij uiteindelijk zou uitoefenen: dat van artiest. Omdat hij niet kon kiezen tussen muziek en literatuur, besloot hij ze te combineren. Maar vooraleer hij naar het stadhuis van Antwerpen trok om de vermelding "Artiest" op zijn identiteitskaart te laten zetten, dacht hij eerst een week na over een passende artiestennaam. Uiteindelijk kreeg zijn Ierse kant de bovenkant, en koos hij voor "Oscar Wilde", met dien verstande dat het tweede gedeelte op z'n Engels, als "waailde" diende uitgesproken te worden. Omdat de bevoegde ambtenaar het vertikte om die handleiding mee op zijn pasje te zetten, bleven veel Nederlandstaligen de naam verkeerd uitspreken. Ook nu nog wordt hiertegen vaak gezondigd.

Waailde, Oscar Waailde. Aai, niet i.
~ Oscar Wilde over zijn pseudoniem.

Pianospel[bewerken]

Oscar Wilde, zijn piano, zijn kandelaar.

Oscars pianospel kan het best omschreven worden door middel van de uitdrukking "Het oog wil óók wat.", en wordt door zijn publiek steevast verbonden met de kandelaar die bij elk optreden of geluidsopname zijn piano sierde. Deze kandelaar heeft generaties van jazzliefhebbers gefascineerd, omdat de brandende kaarsen gedurende heel het concert dezelfde hoogte behielden. Auditief hadden zijn optredens óók innovatieve trekjes, omdat hij zelfs tijdens de meest intieme passages het niet kon laten om zijn vlijmscherpe zinnen de zaal in te gooien. Het waren meestal gevatte opmerkingen over deze of gene toehoorder, en een beroemdheid was niet écht beroemd zonder een concert van Wilde meegemaakt te hebben, en daar het onderwerp van een snedige sneer geweest te zijn. Dit was lang niet slecht gezien, want Wilde's aforismen werden en worden vaak geciteerd, en zo kon en kan een tanende beroemdheid tóch nog in de schijnwerpers komen. Over het pianospel zélf zijn de meningen verdeeld: sommigen vinden het te kitscherig, anderen te hoogstaand, nóg anderen te populair, weer anderen te elitair. Voor musicologen is hier een mooie taak weggelegd.

Op Texaanse piano's speel ik het liefst, want zij zijn rationeel gebouwd: zwarte toetsen links, witte toetsen rechts.
~ Oscar Wilde over zijn pianospel.

Pennevruchten[bewerken]

Oscar Wilde tijdens een signeersessie in 1948.

In tegenstelling tot wat zijn bewonderaars van hem verwachtten, legde Wilde in zijn geschriften niet de spitsvondigheid neer die hij heel zijn leven oraal had verstrekt en nog zou verstrekken. Zijn romans, dichtbundels, toneelstukken, telefoonboeken, encyclopedieën en postordercatalogi waren interessanter omwille van hun fraaie illustraties, dan om hun literaire waarde. Desondanks waren zijn signeersessies bijzonder succesvol, en wel om twee redenen. Ten eerste zette hij met zijn rechterhand naast zijn handtekening wél het spitse woordenspel neer dat zo wreed ontbrak in het drukwerk, en ten tweede speelde hij tegelijkertijd met zijn linkerhand onafgebroken melodieuze pianomuziek.

Alleen wie tien jaar heeft gelaten tussen leren schrijven en leren lezen, weet hoe moeilijk het is om beide taken tegelijkertijd te verrichten.
~ Oscar Wilde over zijn literaire carrière.

Filmpionier[bewerken]

In 1895 werd hij door de gebroeders Lumière in dienst genomen als steracteur in hun allereerste film, "Sortie d'usine". Hoewel de film minder dan een minuut lang was, wist Oscars prestatie als toevallige voorbijganger[2] die onder de voet gelopen wordt door arbeiders die een fabriek verlaten, zich blijvend in het visueel geheugen van de toeschouwers te prenten. In "L'arrivée d'un train à la gare de La Ciotat" speelde hij met hetzelfde succes de rol van een stationschef[3] die onder de wielen van een binnenkomende locomotief terechtkomt. In alle volgende films bleef hij dergelijke rollen spelen, en vanaf de derde film "Kenny s'amuse", zou de naam van zijn personage altijd "Kenny" zijn. Deze succesvolle techniek van het wederkerende personage zou zowel in films als in stripverhalen meer en meer toegepast worden, en ondanks de onwaarschijnlijkheid van een eeuwig uit de dood opstaand personage kregen de toeschouwers nooit genoeg van dit systeem. Wilde bleef lang actief in de Franse filmwereld, om deze pas in 1927 te verlaten, omdat men er volgens hem ver beneden zijn intellectueel vermogen bleef. Dat de filmmakers zijn aforismen niet als tussentitels wilden omdat ze door het Franse publiek niet gesmaakt werden, zal ook wel een rol gespeeld hebben, evenals het feit dat hij zijn pianospel niet ten gehore kon brengen.

Kenny zal nooit sterven, tenzij ik dat wil.
~ Oscar Wilde over zijn filmcarrière.

Timing[bewerken]

Wilde was gedurende zijn hele leven slachtoffer van slechte timing. Hij dong mee naar de Nobelprijs voor Literatuur op het moment dat hij internationale faam genoot als pianist, en deed een gooi naar een Grammy Award in een periode dat al zijn energie en inspiratie naar de literatuur gingen. Twee jaar nadat hij de filmwereld definitief de rug had toegedraaid, werd in de Verenigde Staten voor het eerst een filmprijs uitgereikt waarvan de trofee, zowel qua uiterlijk als qua naam, op zijn persoon gebaseerd was. Wilde heeft altijd beweerd dat het beeldje niet op hem leek, maar integendeel een bijzonder saai voorkomen had, en dat hij zich niet uitgebeeld, maar beledigd voelde door een stukje brons met een blinkend laagje erop.

De échte Oscar is van zuiver goud, met een laagje brons erover.
~ Oscar Wilde over die andere Oscar.

De vrouwtjes[bewerken]

Kelly Kumquat, de vierde vrouw van Oscar Wilde, gesnapt op het ogenblik van zijn huwelijksaanzoek.

Oscar Wilde merkte al heel jong dat zijn taalvaardigheid een erotiserend effect had op de hem omringende vrouwen, en maakte daar gretig misbruik van. Toen hij op zijn tweeënveertigste uiteindelijk getrouwd was, kon hij zich dergelijke frivoliteit niet meer veroorloven. Althans openlijk: hij deed stiekem lustig verder. Om alle verdenkingen van echtelijke ontrouw van zich af te wentelen, begon hij zich voor te doen als een homo die alleen maar getrouwd was om het fatsoen. Zijn aangeboren voorliefde voor extravagante kledij hielp hem die mythe in stand te houden, en het feit dat zijn veroveringen zonder uitzondering bereid waren om het geheim te bewaren, zegt iets over zijn kwaliteiten als ladies' man". Bij geen van zijn vier echtegontes heeft Wilde kinderen verwekt, maar zijn onwettig nageslacht is even talrijk als discreet, en lolbroeken die beweren af te stammen van Oscar Wilde doen dat meestal helemaal niet. Sterker nog: wanneer iemand u probeert wijs te maken dat hij of zij een nakomeling van Wilde is, veins dan belangstelling, kijk verbaasd, knik instemmend, fluit even tussen de tanden, en kijk tersluiks naar de onopvallende, onbekende en onbetekenende bijstander, schuin achter de pretendent: de kans is groot dat dat een kind, kleinkind, achterkleinkind of betachterkleinkind is van onze Oscar.

Goddelijke wezens, en de appreciatie is wederkerig.
~ Oscar Wilde over vrouwen.

Kledij[bewerken]

Oscar incognito, met veel zin voor detail.

Modespecialisten zijn verdeeld over de esthetische kwaliteit van de kledij van Oscar Wilde. De enen vinden zijn overdadige gewaden toppunten van slechte smaak, de anderen beweren dat hij zijn tijd minstens een eeuw vooruit was. Drie elementen waren altijd en overal terug te vinden in zijn uitmonstering: de cape, de gilee en de kaplaarzen.

  • Cape: Wilde verliet nooit zijn woonst zonder zijn cape, die hem vooral tijdens mistige nachten een spookachtige uitstraling bezorgde. Bij zeer delicate gelegenheden, zoals de verovering van een getrouwde vrouw, voegde hij aan de cape een klein maskertje toe, dat hem onherkenbaar maakte voor een eventueel te vroeg opduikende echtgenoot. Identificatie werd trouwens al lastig gemaakt doordat hij nooit tweemaal na elkaar met dezelfde cape werd gezien, en de geruchten omtrent het aantal capes dat hij bezat hebben in de loop der tijden astronomische dimensies aangenomen.
  • Gilee: als verwoed Dickenslezer was hij verzot op het speciale cachet dat een pittoreske dracht als het vest aan een heerschap kon geven. Ondanks de nationaliteiten van zijn ouders voelde Oscar zich "Sinjoor van achter tot voor", en noemde het kledingstuk consequent een "gilee". Net als de cape, kon dit vest de meest uiteenlopende kleuren en afwerkingen hebben, maar altijd paste het op één of andere manier bij de rest van de uitrusting.
  • Kaplaarzen: als jongeman was Wilde verslingerd op het aura van krijgshaftigheid dat rond de vechtersbazen van het XVI- en XVIIde-eeuwse Antwerpen hing, en waarover bij de haard spannende verhalen verteld werden. Hoewel zelf niet bepaald een vechterstype, mat hij zich graag een zekere stoerheid aan, ook al omdat dat een extra troef was bij de vrouwtjes. Die houding verklaart de verzameling kaplaarzen die men in zijn kelder vond de dag na zijn overlijden. De collectie is nu te zien in het Stedelijk Museum te Brussel.


De kleren maken de man, en de mijne maken hem jaloers.
~ Oscar Wilde over zijn kledij.

Uncyclopedia[bewerken]

In het najaar van 2006 lanceerde de 181-jarige Oscar, geïnspireerd door het immense succes en de even immense culturele impact van de Oncyclopedia Neerlandica, een Engelstalige variant hierop, de Uncyclopedia. Om deze jonge site zo snel mogelijk inhoud, en vooral volume te geven, strooide hij ze royaal vol met aforismen van eigen kweek. Deze mensen kunnen al bogen op een bescheiden succes, maar het zal nog geruime tijd duren vooraleer zij het niveau van de Oncyclopedia bereikt hebben.

Mooier dan mijn spiegelbeeld, maar dat heb ik niet zelf gemaakt.
~ Oscar Wilde over Uncyclopedia.

Laatste jaren[bewerken]

Een oud geworden Oscar Wilde tijdens één der allerlaatste pogingen tot interview.

Kort na het overlijden, in 1999, van zijn vierde echtgenote, Kelly Kumquat, verliet Wilde zijn huis en zijn frivole levensstijl, om nooit meer terug te keren. Hij nam zijn intrek in één der eenvoudige huisjes van het Begijnhof van Brussel, waar hij in het zwart gekleed zijn einde afwachtte. Hij ontving zo goed als geen bezoek, en vooral reporters konden op een zeer vijandig onthaal rekenen. Wanneer iemand een interview trachtte af te nemen, hield hij zich doof, en reageerde slechts heel af en toe op een vraag, door zijn door bijna twee eeuwen aforiseren bijzonder gespierd geworden tong uit te steken.

Prrrrrrrrrrrrrrrrt.
~ Een oude Oscar Wilde tijdens een interview.

Dood en begrafenis[bewerken]

Na zijn dood[4] werd Oscar Wilde bijgezet in een eenvoudige doch smaakvolle tombe, geheel conform zijn levensstijl, tegen de achterzijde van het Lustpaviljoen van het kasteel van Gaasbeek, even buiten Brussel. Het grafmonument wordt keurig onderhouden door ontelbare fans, die ter plekke elkaar uitsluitend toespreken met citaten van Wilde. De man heeft immers voldoende krasse uitspraken gedaan om er elk aspect, hoe onbetekenend ook, van het dagelijks leven mee te kunnen behandelen, en het meest banale onderwerp wordt een juweeltje wanneer het in een zuivere Wilde-dialoog opgenomen wordt.

"Het geheim van de oneindige kaarsen", zoals zijn kandelaartruc wel eens genoemd werd, heeft Oscar nooit willen prijsgeven. Zijn laatste woorden schenen hierin verandering te hebben willen brengen[5]:

Mijn kaars is...pffft...
~ Oscar Wilde op zijn sterfbed, twee seconden vóór zijn einde.

Het graf van Oscar Wilde, even bescheiden als hijzelf.


Pluimpatat.JPG
Auteur of geen auteur, dát is de kwestie!

Bomans · Boon · Brusselmans · Caesar · Christie · Claus · Erasmus · Finkers · Foucault · Van Gaal
Galileo · Goethe · Hitler · Ibsen · Kafka · Luther King · King · Liefnius · Leviticus · Van Loon · Mulisch
Von Münchhausen · Van Ostaijen · Drs. P · Polo · Reve · Shakespeare · Stevin · Tamstra · Wilde · Wolkers


Potatohead aqua.png
Aan de schandpaal genageld!
Vastgenagelde versie:
28 september 2015
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.



Notenbalk[bewerken]

  1. Het werd des te arroganter gevonden naarmate de aanstootnemer zich beter herkende in Wildes uitspraak, een niet ongewoon verschijnsel in Westerse beschavingen.
  2. "Kenny Dupont" volgens de aftiteling.
  3. "Kenny Durand" volgens de rolverdeling die niet op de bewaarde prints is te vinden, maar wél in de boekhouding van de gebroeders Lumière.
  4. Hij had uitdrukkelijk gevraagd om pas bijgezet te worden na zijn dood, wat een even redelijk als begrijpelijk verzoek kan genoemd worden.
  5. Sceptici, die zoals het sceptici past totaal ongevoelig zijn voor romantiek en mysterie, voeren aan dat hij daarmee alleen wou aangeven dat hij zijn einde voelde komen. Beide kampen hebben even veel gelijk als ongelijk, aangezien Wilde de zin niet heeft kunnen afmaken. Insiders weten dat de vier kaarsen die rond zijn opgebaard lichaam aangestoken werden, nog steeds branden. Oncyclopedialezers weten dit nu ook, maar het zal niet baten: hoe discreet en onbekend Wilde's nageslacht ook is, tóch slagen zij er in om gezamenlijk (zij kennen elkaar blijkbaar wél!) de kaarsen voor outsiders af te schermen, zodat het geheim nooit zal opgehelderd worden.