Statistiek
“Hoop en liefde, statistiek: onbetwist van elastiek!”
Statistiek is een menselijke bezigheid die erin bestaat willekeurige gebeurtenissen om te zetten naar even willekeurige getallenreeksen, en aan de hand van die willekeurige getallenreeksen willekeurige beweringen omtrent deze willekeurige gebeurtenissen te staven. De doorsnee burger slikt de resultaten, en vooral de analyses ervan, als zoete koek. Statistiek wordt dan ook zeer vaak als een religie beschouwd.
—Nationaal Instituut voor Statistiek |
Ontstaan[bewerken]
Statistiek ontstond op 3 maart 3333 vóór C. in Babylon, toen de eerste door religieuzen gedane voorspelling[1] niet bleek uit te komen, en de woedende menigte gekalmeerd diende te worden. De religieuzen in kwestie hadden zo meteen geen nieuwe voorspelling in voorraad, ook al omdat het weer de gewone seizoenen braaf volgde, en dus zelfs op dát terrein niemand op een voorspelling lag te wachten.
Cijfertjes[bewerken]
De recente ontdekking van het getal[2] had even recentelijk een nieuwe bezigheid laten ontstaan, die van "kabbalist" of "wiskundige" Deze nieuwe kaste greep dan ook de gelegenheid aan om te beweren (maar niet te bewijzen) dat voorspellingen beter gefundeerd waren op getallen dan op geloof. Nu waren deze vroege wiskundigen wel voorzichtig, en spraken zij van "tendensen" in plaats van "voorspellingen"[3].
Reeksen[bewerken]
Om de kleurige beelden van de religieuzen te kunnen beconcurreren, besloten ook de wiskundigen hun getallen in reeksen onder te brengen, en deze reeksen weer te geven met behulp van kleurige balkjes. Om nóg competitiever te zijn, werd ook een knipoog naar de voedingsnijverheid overwogen, en wel door de getallen weer te geven als een in ongelijke delen verdeelde taart. Dit idee werd te vooruitstrevend gevonden, en het duurde tot diep in de XXste eeuw eer deze voorstellingswijze ingang vond.
Analyse[bewerken]
Getallenreeksen weergeven als kleurige balkjes mag dan wel esthetisch verantwoord zijn, tóch hebben statistici nood aan een gevoel van boodschap, ook weer om de religie de loef af te steken. Daarom worden statistieken bij publicatie voorzien van een pakkende titel, en een verduidelijkende ondertitel. Zo kopte de Vlaamse krant De Standaard", kort nadat de leerplicht in België van 16 jaar op 18 jaar was gebracht, op de voorpagina: "Werkloosheid gedaald", en daaronder, iets kleiner: "Werkloosheid minder snel gestegen dan verwacht". Een dergelijke statistische tour de force kan men alleen verwachten van een kwaliteitskrant, en komt men niet alle dagen tegen. Meer dan de getallen zélf, is het de kernachtig samengevatte analyse die door de gewone burger wordt onthouden, en tot de komst van de volgende analyse een aantal keren per dag wordt opgedreund, als een gebed.
—Nationaal Instituut voor Statistiek |
Abstract begrip en reëel object[bewerken]
Dat men met statistieken alle kanten op kan, een verschijnsel dat de associatie met religie nogmaals verduidelijkt, blijkt al bij het beschouwen van het woord zelf, dat zowel een begrip als een object kan beduiden.
Statistiek, het gevreesde begrip[bewerken]
Als begrip wordt "statistiek" immer in het enkelvoud gehouden, zonder lidwoord, behalve door taalonkundigen en statistiekboycotters.
Men heeft kan het gebruiken in zinnen als
“Statistiek is geen vak, het is een passie.”
en
“Beleid voert men met statistiek, niet met gevoel.”
en
“Beleid voert men met gevoel, niet met statistiek.”
Statistiek, het begeerde object[bewerken]
Als object wordt "statistiek" immer in het meervoud gehouden, met lidwoord of aanwijzend voornaamwoord, behalve door gierigaards en statistiekboycotters.
Men heeft kan het gebruiken in zinnen als
“Deze statistieken zijn juweeltjes die in een kunsttentoonstelling thuishoren.”
en
“De statistieken bewijzen dat het huidige beleid niet deugt.”
en
“De statistieken bewijzen dat het vorige beleid niet deugde.”
Statistiek, het verweesde stoplapje[bewerken]
Als stoplap wordt "statistiek" immer in het enkelvoud of in het meervoud gehouden, met of zonder lidwoord of aanwijzend voornaamwoord, door zowat iedereen die er geen bal van snapt, maar toch zo graag met het woord een stilvallende conversatie wil aanzwengelen.
Men heeft kan het gebruiken in zinnen als
“Statistieken bewijzen keer op keer dat statistieken altijd gelijk hebben.”
en
“Politiek heeft lak aan statistiek.”
en
“Statistiek heeft lak aan politiek.”
Met statistiek kan men alle kanten op, "quod erat demonstrandum", zoals Napoleon zei toen hij de Delaware[4] overstak.
—Nationaal Instituut voor Statistiek |
Het N.I.S.[bewerken]
Om hun bevolking iets in de plaats te geven voor staatsgodsdienst, besloten in 1905, toen ook Frankrijk overging tot scheiding van kerk en staat, alle lekenstaten hun eigen Nationaal Instituut voor Statistiek op te richten. Zij deden dat met een ontroerende eenheid van stijl: elk N.I.S.-gebouw is identiek, in welke hoodstad je het ook tegenkomt. Ook de inrichting is identiek, zodat een N.I.S.-ambtenaar zich nooit ontheemd voelt wanneer hij in een ander land is. Voor zover dat land geen staatsgodsdienst heeft, zoveel is duidelijk.
Archief[bewerken]
Het N.I.S. groepeert alle activiteiten, privé of publiek, die worden ondernomen in naam van de statistiek. Dit is wettelijk verplicht: elke statistische actie moet worden aangegeven, en de resultaten ook. In het eerder beschreven gebouw vindt men dus ook het N.I.S.-archief, met daarin bijvoorbeeld de meest uiteenlopende vormen van statistiek, van alle resultaten van peilingen allerhande vanaf 1905, tot een kopie van de aanwezigheidsregisters van de kleuterschool van Zevergem uit 2010 toe. Want ook het noteren van af- of aanwezigen in klaslokalen valt onder de noemer "statistiek".
Oncyclopolis[bewerken]
Hoewel de meeste regeringen aarzelen om Oncyclopolis als de hoofdstad ener staat te erkennen, is ook daar een N.I.S.-gebouw aanwezig. Waar precies valt moeilijk te zeggen, omdat Oncyclopedisch urbanisme nogal mobiel is, en de locatie van vandaag niet noodzakelijk ook die van morgen is. Het zal elke Oncyclopedist duidelijk zijn dat een typisch menselijke afwijking als statistiek in Oncyclopolis niet mocht ontbreken, en dat een klein af- en aangiftekantoortje niet kon volstaan. In dit N.I.S-gebouw liggen onder andere in twaalfvoud afgedrukte exemplaren van de geschiedenis van elke Oncyclopediapagina opgeslagen, alsmede alle gegevens over het aantal keren dat een pagina bezocht en/of bewerkt is, en ook het aantal gebruikersbewerkingen wordt daar nauwlettend op papier bijgehouden. Deze papieren versies nemen veel plaats, maar bewijzen hun nut wanneer het Internet weer eens kuren heeft, en de admins naar het N.I.S.-gebouw trekken om daar de documenten te raadplegen.
Media[bewerken]
Het N.I.S. is de bron bij uitstek voor eenieder die een enkeling of een massa ergens wil van overtuigen: wat ook het standpunt of het argument moge wezen: het N.I.S. is altijd in staat om de passende statistieken te leveren, en tegen een democratisch prijsje. Elke radio- of televisiezender, elk tijdschrift of blog maakt dan ook gretig gebruik van deze diensten, zij het soms via een tussenpersoon, meestal een zogezegd opiniepeilingsbureau. Maar hoewel de meeste van deze firma's inderdaad ook opiniepeilingen uitvoeren, moeten deze tóch eerst aan het N.I.S. doorgegeven worden, opdat de klanten de peilingen zouden kunnen publiceren die hen het beste uitkomen. Zo is het niet ongewoon dat een politieke partij die bij firma X een opiniepeiling heeft besteld, en dat bedrijf ook als bron opgeeft, eigenlijk, via het N.I.S., de resultaten van firma Y laat publiceren, omdat die positiever uitkomen. Het is nog veel minder ongewoon dat een concurrerende partij, die dezelfde peiling bij firma Y had besteld, heel blij is met de onverkochte resultaten van bedrijf X, en zo is iedereen blij.
—Nationaal Instituut voor Statistiek |
Notenbalk[bewerken]
- ↑ Deze voorspelling behelsde het einde van de wereld, ondanks de mislukkingen toch steeds weer een succesnummer bij godsdiensten. Ook toen al bleek de voorliefde voor mooi ogende getallen.
- ↑ Voordien diende men zich te behelpen met het maken van inkervingen in een botje, een methode waar nu zelfs de armste boekhouder op neerkijkt.
- ↑ Het heeft millennia geduurd eer weermannen begonnen te spreken van "weersverwachting" in plaats van "weersvoorspelling", maar dat is te wijten aan het feit dat het weer sinds het einde van de XXste eeuw danig onvoorspelbaar geworden is, terwijl het daarvóór altijd braaf de geijkte seizoenen volgde.
- ↑ De pittoreske rivier waarvan Chateaubriand beweerde: "La Delaware court parallèlement à la rue qui suit son bord.", zonder er in het minst rekening te houden dat niet iedereen de taal val Molière machtig is. Maar dit geheel terzijde.
—Nationaal Instituut voor Statistiek |
Aan de schandpaal genageld! | Vastgenagelde versie: 16 mei 2011 |
Dit artikel is een verschrikking! Daarom is het vastgenageld aan de schandpaal zodat iedereen er rotte groenten tegenaan kan gooien.
|
—Nationaal Instituut voor Statistiek |
Na de noten ook nog dit[bewerken]
Een diepzinnige denker bedacht in De Nacht Der Tijden, een slecht befaamde kroeg waarvan we u de locatie besparen, de ultieme beschrijving van het verschijnsel statistiek, maar om te voorkomen dat de lezer van dit artikel met die beschrijving voldoende zou hebben, en niet meer verder zou lezen, kreeg zijn diepzinnige uitspraak een plaatsje hier helemaal onderaan.
—De Diepzinnige Denker in De Nacht Der Tijden. |